De schnitzel, in zijn eenvoudigste vorm, is niet zomaar uit het niets ontstaan. De wortels van de schnitzel gaan terug tot het oude Rome. Daar experimenteerde koks al met vlees dat eerst werd platgeslagen, gekruid en daarna werd gebakken in olie of vet. Dit gerecht, Isicia Omentata, wordt gezien als de vroegste versie van de schnitzel. Het was niet alleen een slimme manier om vlees mals te maken, maar ook om het een lekker krokant laagje te geven.
De Romeinen brachten hun genialiteit naar alle hoeken van Europa en dat legde de basis voor gerechten zoals de schnitzel.
Ontwikkeling in Europa
In de Middeleeuwen werd gepaneerd vlees populair in de Italiaanse keuken. In Italië werd vlees vaak bedekt met een mengsel van broodkruimels en kaas voordat het werd gebakken. Het Italiaanse gerecht, Cotoletta alla Milanese, uit Milaan wordt vaak gezien als de voorloper van de Wiener Schnitzel. Dit gerecht werd al in de 12e eeuw genoemd en bleef eeuwenlang een favoriet in Italië. De nadruk lag op het gebruik van kalfsvlees, net zoals bij de latere Wiener Schnitzel.